Wat is magnetisme ?

Magnetisme is het fysieke principe dat wij gebruiken om producten te ontwerpen die uw problemen oplossen.

Wij ontwerpen en bouwen industriële magneetsystemen en high-tech magneetcomponenten. Deze magneten en magneet-assemblies vinden wereldwijd hun weg naar onder meer de voedingsmiddelen, automotive, recycling, metaal, farmaceutische, offshore, chemische, hightech, lucht- en ruimtevaartindustrie.

Magnetiet

Alternatieve namen: loodsteen, magnetisch ijzererts.

Al in de oudheid ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar aantrekken of afstoten, afhankelijk van de oriëntatie. Dit natuurkundige verschijnsel noemen we magnetisme. Magnetiet is, evenals magnesium genoemd naar Magnesia, een gebied in Thessalië in het oude Griekenland, waar veel magnetisch gesteente voorkomt.

 

Verantwoordelijk voor het magnetisme van magnetiet is het aanwezige ijzer. Veel ijzerlegeringen vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel, kobalt en gadolinium magnetische eigenschappen.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetiet en paperclip | Goudsmit Magnetics

Ferromagnetische materialen

'Hard' of 'zacht' magnetisch?

Van alle magnetische materialen zijn ferromagnetische materialen de enige materialen die sterk genoeg zijn om door een magneet te worden aangetrokken of om zelf als magneetmateriaal te worden gebruikt.

We verdelen ferromagnetische materialen in magnetisch zachte en harde materialen. Zachte magnetische materialen, zoals gegloeid ijzer, zijn gemakkelijk te magnetiseren maar blijven na magnetisatie niet magnetisch. Het magnetisme verdwijnt snel en bijna helemaal. Harde magnetische materialen blijven wel magnetisch.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Over magnetisme | Goudsmit Magnetics

Permanent magnetisme

Een permanente magneet is een ferromagnetisch hard materiaal.

Ferromagnetisch harde materialen behouden hun magnetische eigenschappen permanent. Ze hebben voldoende weerstand tegen demagnetisatie.

Alle magneten hebben 2 polen; de noordpool (N) en de zuidpool (S). Noord- en zuidpolen trekken elkaar aan, waarbij de aantrekking afneemt met het kwadraat van de afstand ertussen.


De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af. 2 zuidpolen stoten elkaar ook af.

 

Bekijk het assortiment permanente magneten van Goudsmit Magnetics.

 

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetisch veld N-S met veldlijnen | Goudsmit Magnetics

Permanente magneten

Groot assortiment permanente magneetmaterialen en -kwaliteiten.

U heeft de keuze uit 4 soorten magneetlegeringen. Elke legering dient een bepaald doel. De belangrijkste verschillen zitten in de sterkte en weerstand tegen demagnetiseren. De weerstand tegen demagnetiseren is afhankelijk van het materiaal/kwaliteit en de verhouding tussen de afmetingen.

Goudsmit magneten zijn van zo'n hoge kwaliteit dat ze na verloop van tijd nauwelijks magneetkracht verliezen. Voorwaarde is wel dat u ze toepast binnen de opgegeven specificaties zoals temperatuurbereik en externe magneetvelden.
 

Bij alle magneten neemt de magneetkracht af bij het verhogen van de temperatuur. Sommige materialen hebben hier meer last van dan andere. De weerstand tegen demagnetiseren neemt over het algemeen af bij verhogen van de temperatuur. Een uitzondering is ferriet, waarbij de weerstand tegen demagnetiseren juist toeneemt bij het verhogen van de temperatuur.

 

Klik op een magneetmateriaal voor meer informatie over de legering, de verschillende kwaliteiten en specifieke toepassingen:

Terug naar de inhoudsopgave

Goudsmit permanente magneten | Goudsmit Magnetics

Demagnetiseren

Demagnetiseren van een magnetisch metaal kan op meerdere manieren:

Bij een bepaalde temperatuur - de Curietemperatuur - verliest de magneet permanent zijn magnetisme, doordat de atomen zo hevig trillen dat er geen globale richting meer is. Hetzelfde gebeurt bij mechanische schokken of oxidatie. Dit verlies van magnetisme is onherstelbaar.

Materialen kunnen ook ongewenst magnetisch worden, bijvoorbeeld door mechanische bewerkingen. We kunnen dit materiaal demagnetiseren door er bewust een voldoende sterk magnetisch tegenveld (-H) op te zetten. Dit principe gebruiken we bij demagnetiseerapparatuur.

 

We bieden demagnetiseersystemen aan, maar we kunnen uw producten ook bij u op locatie demagnetiseren. Neem hiervoor contact op met onze service-afdeling.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Demagnetiseerservice op locatie  | Goudsmit Magnetics

Geografische noord- en zuidpool

De aarde heeft ook een magnetisch veld.

Verwarrend is wel dat we de zuidpool van de aardemagneet magnetische noordpool noemen en de noordpool van de aardemagneet de magnetische zuidpool. De poolnamen van een magneet zijn hiervan afgeleid.

 

De magnetische zuidpool bevindt zich vlak bij de geografische noordpool en de magnetische noordpool bevindt zich vlakbij de geografische zuidpool. Daarom neemt een vrij ronddraaiende magneet altijd de noord-zuidrichting aan.

Met een pole checker, ziet u waar de noord- of zuidpool van een magneet zich bevindt.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Digitale magnetische poolchecker | Goudsmit Magnetics

Invloed van magnetisme

De reactie van verschillende materialen op magnetisme.

Ferromagnetische materialen zijn de enige materialen die sterk genoeg zijn om door een magneet te worden aangetrokken. Daarom noemen we ze magnetisch.

 

Maar ook alle andere stoffen reageren zwakjes op een magnetisch veld, via een of meerdere andere soorten van magnetisme. Wanneer we materiaal blootstellen aan een magnetisch veld, kan het daar op verschillende manieren op reageren. We onderscheiden de volgende soorten magnetisme:

Als we spreken van magnetisch materiaal, dan bedoelen we dat het materiaal ferro- of ferrimagnetisch gedrag vertoont.

De krachten die bij dia- en paramagnetisch gedrag optreden zijn veel kleiner en bovendien vertoont het materiaal dan geen eigen spontaan magnetisch veld. Wij beschouwen ze daarom als niet-magnetisch.

Diamagnetische materialen hebben de neiging de veldlijnen uit hun binnenste te verdringen, terwijl ze zich binnen ferro-, ferri- en paramagnetische materialen juist concentreren.

Een praktijkvoorbeeld van diamagnetisme: water is zwak diamagnetisch, ongeveer 40 keer minder diamagnetische dan bijvoorbeeld pyrolytische koolstof. Maar dit is voldoende om lichte voorwerpen - die veel water bevatten - te kunnen laten zweven wanneer ze zich in een sterk magnetisch veld bevinden.

 

Deze kikker ging bijvoorbeeld zweven met behulp van een 16 tesla elektromagneet op het High Field Magnetic Laboratorium van de Radboud Universiteit Nijmegen in Nederland.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetisch zwevende kikker | Goudsmit Magnetics

Anisotroop

Magnetisatie met voorkeursrichting.

De meest gebruikte permanente magneten zijn anisotroop. Dat betekent dat de magneet een voorkeursrichting heeft en uitsluitend over één as gemagnetiseerd kan worden. Het is wel mogelijk de magneet om te polen, zodat de noord- en zuidpool wisselen van plaats. Anisotrope magneten beschikken over een hogere houdkracht dan isotrope magneten.

 

Bekijk ons assortiment permanente magneten en ontdek welke magneetkrachten ze bezitten.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Isotroop

Magneetmateriaal wat niet in een magneetveld is geperst, noemen we isotroop.

Een materiaal wordt isotroop genoemd als de materiaaleigenschappen niet van de richting afhangen. Als de eigenschappen wel van de richting afhangen, heet dat anisotroop. Het is mogelijk isotroop magneetmateriaal in elke gewenste richting te magnetiseren.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Anti-ferromagnetisme

Een vorm van magnetisme.

Antiferromagnetisme is een vorm van magnetisme die optreedt in materialen die ongepaarde spins bevatten. De wisselwerkingen die deze ongepaarde spins in tegengestelde richting willen plaatsen, zijn sterker dan de wisselwerkingen die de spins evenwijdig trachten te zetten.

 

Meer informatie vindt u op de Wikipedia pagina antiferromagnetisme.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Anti-ferromagnetische bezetting | Goudsmit Magnetics

Diamagnetisme

Het omgekeerde van magnetisme.

Een vorm van magnetisme waarbij de relatieve permeabiliteit kleiner of gelijk is aan 1.

Diamagnetische materialen hebben een magnetische vatbaarheid die kleiner of gelijk is aan 0, omdat deze vatbaarheid gedefineerd is als χv = μv − 1.

 

Magneetvelden stoten diamagnetische materialen af. Ze vormen geïnduceerde magnetische velden in de richting die tegengesteld is aan die van het aangelegde magnetische veld.

 

Op de Wikipedia pagina over diamagnetische materialen vindt u meer informatie.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetiseren van magneten

Met hele sterke magnetiseerapparatuur kunnen we permanente magneten tot verzadigingsniveau magnetiseren.

We magnetiseren magneten door ze in een spoel te plaatsen. Met een pulsgenerator sturen we vervolgens gedurende een hele korte tijd een hoge stroom door de spoel. Hierdoor wekt de spoel een heel sterk magnetisch veld op en neemt de magneet de richting van dat magneetveld over.
 

Ferriet magneten in een isotroop uitvoering zijn niet in een magneetveld geperst en kunnen we later nog in alle richtingen magnetiseren.
 

Met een magnetiseerunit brengen we ongemagnetiseerde magneten volledig in verzadiging. Dit is wel gebonden aan de maximale afmetingen van de aanwezige spoelen én de gewenste magnetisatierichting(en).

 

Neem contact op met onze service-afdeling als u een vraag heeft over het magnetiseren van permanente  magneten.

 

Terug naar inhoudsopgave

Magneten magnetiseren | Goudsmit Magnetics

Hysteresecurve

Een hysterese-curve toont het verband tussen de geïnduceerde fluxdichtheid -B en de magnetische veldsterkte -H.

De hysterese- of BH-curve geeft inzicht in de volgende magnetische eigenschappen:

 

(De-) magnetiseercurve - BH curve = hysteresecurve

Als we een periodiek wisselend extern magneetveld H aanleggen, dan doorloopt de magnetisering van een ferromagnetisch materiaal een magnetiseringscurve. Uitgaand van 'maagdelijk' materiaal, zonder netto magnetisering doorlopen we de eerste keer dat we dit doen de blauwe curve (zie onderstaande afbeelding).

Wanneer we de verzadigingsfluxdichtheid bereiken - bij magnetische veldsterkte Hs - neemt de magnetisering niet verder toe.


Remanente veldsterkte BR
Keren we vervolgens het veld om, dan is de magnetisering bij veldsterkte H = 0 nog niet geheel tot nul afgenomen. Er blijft dan een remanente veldsterkte Bover, ten gevolge van het niet terugkeren naar de oorspronkelijke toestand van de 'gebiedjes van Weiss'.


Coërcitieve veldsterkte Hc
Pas als de extern opgelegde veldsterkte een tegengesteld gerichte waarde - de coërcitieve veldsterkte Hc - heeft bereikt, wordt magnetisering B = 0 en is het product gedemagnetiseerd. De oppervlakte van de doorlopen lus bij wisselende magnetisering is een maat voor het verlies. Materialen met lage waardes van Hc en dus kleine hystereselussen noemen we zacht magnetische materialen. Als Hc zeer groot is, dan spreken we van hard magnetisch materiaal.

 

In ferromagnetisch materiaal is sprake van 'hystere'. Dit ziet ook u in onderstaande figuur. Op de x-as staat de magnetische veldsterkte en op de y-as de mate van magnetisatie B - magnetische fluxdichtheid. Als er geen magnetisch veld is, is er in het begin ook geen magnetisatie, en zijn we in de oorsprong van de grafiek.

 

Zodra we een magnetisch veld aangeleggen, wordt de ferromagneet magnetisch. Dit gaat door totdat alle 'Weissgebieden' in het materiaal dezelfde kant op staan. Het materiaal is nu maximaal gemagnetiseerd en verhoging van het magnetisch veld heeft geen invloed meer op de mate van magnetisatie. Als we het magnetisch veld verlagen, blijven de meeste Weissgebiedjes op hun plek.

 

Wanneer het veld negatiever wordt, verandert de totale magnetisering ook van richting. Dit gaat door totdat alle spins de andere kant op staan en de magnetisatie volledig is omgedraaid. Dan is het product gedemagnetiseerd.

 

Zie YouTube film: Fluxdichtheid vs. remanentie (EN)

 

Terug naar de inhoudsopgave

 

Hysteresecurve (BH curve)

Hysteresecurve / BH curve | Goudsmit Magnetics

BH-max

De maximale energiedichtheid BH-max is het grootst mogelijke product van Bd en Hd op de demagnetisatie- of hysteresecurve.

Dat wil zeggen in het tweede kwadrant van de hysteresislus. In het algemeen geldt dat hoe groter de BHmax van het magneetmateriaal, des te kleiner het volume kan zijn.


Hoe berekent u het maximale product van het restmagnetisme Br en de intrinsieke coërciviteit Hcj in MGOe uit de MH-curve?

Breng eerst de M-H-curve over in de B-H-curve, gebruik B=mu0(H+M). Bereken dan (B.H) en krijg de maximale waarde (BH). Zorg ervoor dat alle eenheden goed zijn; B staat in Oe, H staat ook in Oe.

 

De B-H-curve is de curve die kenmerkend is voor de magnetische eigenschappen van een materiaal of element of legering. Het vertelt u hoe het materiaal reageert op een extern magnetisch veld. Deze informatie is belangrijk bij het ontwerpen van magnetische circuits.

 

Heeft u een specifieke vraag over de toepassing van magneten in uw product? Neem contact op met onze engineers.


 

 

Terug naar de inhoudsopgave

 

 

Remanentie, Br

De magnetische inductie in magneetmateriaal bij veldsterkte nul (H=0) en ná volledige verzadiging.

Voor meer informatie zie de uitleg bij hysteresecurve.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Coërciviteit, intrinsiek: HcJ

De benodigde veldsterkte om de polarisatie van magneetmateriaal tot 0 te reduceren.

Voor meer informatie zie de uitleg bij hysteresecurve.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Coërciviteit, normaal: HcB

De benodigde veldsterkte om de magnetische inductie in magneetmateriaal tot 0 te reduceren.

Voor meer informatie zie de uitleg bij hysteresecurve.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Demagnetisatiecurve

2e kwadrant van de hysteresecurve, het verzadigde deel van de curve.

De demagnetisatiecurve van magneetmateriaal wordt bepaald door het magneetmateriaal in een gesloten systeem te plaatsen en met behulp van spoelen een magneetveld op te wekken, wat het magneetmateriaal eerst tot verzadiging magnetiseert (+H) en vervolgens demagnetiseert (-H).

 

Terug naar de inhoudsopgave

Hysteresecurve / BH curve | Goudsmit Magnetics

Ferrometalen

Metalen met magnetische eigenschappen.

IJzer, kobalt en nikkel behoren tot de ferrometalen. Op grond van zijn magnetische eigenschappen wordt gadolinium soms ook tot de ferrometalen gerekend. Alle overige metalen noemen we non-ferrometalen.

 

Ferrometalen spelen een belangrijke economische rol. Dit komt niet door hun schaarste, eerder door hun overvloed. Die heeft geleid tot de ontwikkeling van ontelbare technische toepassingen. Daarom bepaalt de kwantiteit van ferrometalen hun economische waarde. Non-ferrometalen komen veel minder voor, waardoor juist de kwaliteit hun waarde bepaalt: er is weinig beschikbaar en de vraag is groot.

 

In de afvalverwerking is het onderscheid tussen de ferro-metalen en de non-ferrometalen economisch belangrijk. Daarom is het aantrekkelijk om deze twee materialen al in een vroeg stadium van het recyclingproces te scheiden.

 

Goudsmit Magnetics levert diverse magneetscheiders voor het recyclen en sorteren van metalen en non-ferrometalen.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Ongewenst magnetisme

Ferromagnetische materialen kunnen ongewenst magnetisch worden.

Ferromagnetische, of magnetisch geleidende materialen zoals ijzer en staal kunnen erg gemakkelijk magnetisch worden. Afhankelijk van het soort materiaal of legering blijft het product magnetisch. Dit noemen we remanent magnetisme. Ook niet-ferritisch roestvast staal kan door bijvoorbeeld vervormen of tijdens het lassen magnetisch worden.

 

Het magnetisme dat wordt opgenomen is vaak afkomstig van andere magnetische bronnen, zoals hefmagneten, opspantafels, luidsprekers of magnetische transportsystemen. Maar ook magneetvelden rond transformatoren, laskabels en lasprocessen kunnen een magnetische bron vormen. Daarnaast zorgen bepaalde bewerkingen, zoals boren, slijpen, zagen en schuren van het materiaal soms voor remanent magnetisme. Zelfs roestvast staal kan ongewenst magnetisch worden.

 

De gevolgen van restmagnetisme kunnen vervelend of zelfs zeer kostbaar zijn. Een moertje dat aan een schroevendraaier blijft kleven is handig. Twee plakkende producten in een matrijs leggen de productie stil en kosten geld. Verdere mogelijke gevolgen van ongewenst magnetisme: een ruw oppervlak na galvaniseren, lasnaden die eenzijdig vastzitten, hoge slijtage bij lagers, of spanen die blijven kleven.

 

Door het materiaal te demagnetiseren voorkomt u deze gevolgen. We leveren demagnetiseersystemen, en demagnetiseren ook uw producten op locatie. Lees meer over demagnetiseren op locatie of neem contact met ons op als u een probleem heeft met ongewenst magnetisme.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Ongewenst magnetisme - demagnetiseren | Goudsmit Magnetics

Irreversibel verlies

Verlies van magnetische eigenschappen.

Als we de temperatuur verhogen tot de Curietemperatuur, dan verliest een magneet zijn magnetisme permanent. De atomen trillen zo hevig trillen dat er geen globale richting meer is. De stof demagnetiseert. Ook mechanische schokken, oxidatie of blootstelling aan zeer sterke externe velden kunnen het magnetisme permanent laten verdwijnen.

Dit verlies is onherstelbaar = irreversibel.

Daartegenover staat reversibel verlies: tijdelijk verlies van magnetisme door bijvoorbeeld verandering van temperatuur. Dit verlies is herstelbaar door afkoeling of opnieuw magnetiseren.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Curietemperatuur

De Curietemperatuur is genoemd naar Pierre Curie (1859-1906).

De Curietemperatuur is de temperatuur waarboven ferromagnetische materialen geen permanent magneetveld meer bezitten. Dit gebeurt doordat de atomen zo hevig trillen dat er geen globale richting meer is: de stof verliest zijn magnetisme. Boven de Curietemperatuur gedraagt het materiaal zich paramagnetisch.

 

Bij het verhogen van de temperatuur zorgt de temperatuurbeweging voor het geleidelijk doorbreken van de spinorde. Bij de Curietemperatuur stort de ordening ineen doordat de thermische energie groter is geworden dan de energie van de magnetische wisselwerking.

 

De Curietemperatuur is moeilijk exact te meten. Ten eerste verdwijnt het permanente magneetveld rond het materiaal slechts geleidelijk. Ten tweede is de Curietemperatuur sterk afhankelijk van kleine verontreinigingen in het materiaal.
 

Als we bijvoorbeeld een AlNiCo magneet verwarmen boven de Curietemperatuur van 850°C dan is hij niet meer ferromagnetisch. Hij wordt dan paramagnetisch. Ook na het afkoelen van de magneet komt het permanente magneetveld niet terug. Er is dan wel weer een magneetveld aanwezig in kleine gebiedjes in het materiaal, de zogenaamde Weissgebiedjes (Weiss 1865-1904), maar deze velden wijzen in willekeurige richtingen, zodat er geen resulterend extern magneetveld aanwezig is. Het is wel mogelijk de magneet opnieuw te magnetiseren.

De ferromagnetische elementen en legeringen met hun Curie-temperaturen:

Materiaal   Curietemp.

Fe            770°C

Co           1115°C

Ni             354°C

Gd            19°C

AlNiCo      850°C

Ferriet       450°C

Sm Kobalt 750-825°C

Nd-Fe-B    310-340°C

 

Terug naar de inhoudsopgave

 

Pierre Curie (1859-1906)

 

Curie Pierre | Goudsmit Magnetics

Elektromagnetisme

Magnetisme, gegenereerd door een elektrische stroom.

Elektromagnetisme ontstaat door een elektrische stroom. Eigenlijk ontstaat alle magnetisme door roterende en ronddraaiende elektrische ladingen in kringstromen.

 

Fysica van elektromagnetisme

Als we een elektrische stroom laten lopen door een geleidende draad, dan wekken we rondom die draad een magnetisch veld op. De opgewekte magnetische fluxdichtheid geven we weer in tesla (T), gauss (G = Vs/m2) of weber (Wb/m2):

 

Φ = L * I

B = ΔΦ/ΔS, met ΔS als oppervlakte [m2].

waarin:

Φ   de magnetische flux in weber (Wb)
L    de zelfinductie in henry (H)
I     de stroomsterkte in ampère (A)

 

We krijgen een sterk magnetisch veld door hoge stromen of een hoge zelfinductie. Hoge stromen zijn niet altijd toepasbaar of wenselijk; ze kunnen gevaarlijk zijn en warmte opwekken. Daarom wekken we een hoge zelfinductie op door een draad rond een ijzeren kern te winden, ook wel 'spoel' genoemd. De velden die bij elke wikkeling worden gegenereerd, werken samen, wat resulteert in een sterk en onschadelijk magnetisch veld.

 

Goudsmit Magnetics levert diverse industriële magneetsystemen die gebruik maken van elektromagnetisme. Bekijk ook onze industriepagina's voor de juiste magnetische oplossing voor uw probleem of toepassing.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Elektromagnetisme - BI - rechterhandregel | Goudsmit Magnetics

Elektromagneten

Magnetisme door elektrische stroom.

Elektromagneten worden pas magnetisch onder invloed van een elektrische stroom.

 

Als u een heel sterk en diep magnetisch veld nodig heeft, kiest u voor een elektromagneet in plaats van een permanente magneet. Een belangrijk voordeel is dat u het magnetisch veld snel kunt uitschakelen of veranderen door het regelen van de hoeveelheid elektrische stroom in de wikkelingen.

 

Elektromagneten bestaan over het algemeen uit een kern van ferromagnetisch materiaal, bijvoorbeeld weekijzer, waaromheen een spoel is gewikkeld. De kern is alleen magnetisch zolang er een elektrische stroom door de spoel loopt.

 

Bekijk het assortiment Goudsmit Magnetics elektromagneten.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Elektro kleefmagneet & grote elektromagnetische spoel | Goudsmit Magnetics

Fluxdichtheid B

Een maat voor de magneetsterkte.

De fluxdichtheid is de hoeveelheid magnetische veldlijnen die op een bepaald punt door een oppervlak lopen. Een andere aanduiding is magnetische inductie. De eenheid van magnetische flux is de weber (Wb).

De SI-eenheid is T (tesla), wat gelijk staat aan weber per vierkante meter (Wb/m2). De eenheid in het CGS-systeem is G (gauss). 1 tesla is gelijk aan 10.000 gauss.

 

Op elk punt in een magnetisch veld kunt u de magnetische fluxdichtheid zien als een vector in de veldrichting, met een grootte gelijk aan de Lorentzkracht die een stroomdraad ondervindt als deze loodrecht op de veldlijnen staat.

Hoe hoger de fluxdichtheid, hoe sterker de magneet op dat punt is, en des te beter hij op dit punt ijzerdeeltjes kan vasthouden.

 

Bij een homogeen veld waarbij het oppervlak loodrecht op de magnetische veldlijnen staat, is het het product van de oppervlakte en de magnetische veldsterkte. Magnetische fluxdichtheid wordt in formules doorgaans aangeduid met het symbool, een (pseudo) vectorveld.

FluxΦ = B·AΦ = magnetische flux (Wb)
B = magnetische veldsterkte (T)
A = oppervlak (m2)

 

Goudsmit berekent de fluxdichtheid met de Eindige Elementen Methode - FEM berekening. Dit zorgt ervoor dat we sneller en beter de juiste magneet kunnen ontwikkelen voor een nieuw of bestaand product of toepassing. Hier leest u meer over magneetberekeningen en -simulaties. Of bekijk ons recente whitepaper over dit onderwerp. 

Zie YouTube film: Fluxdichtheid vs. remanentie

 

 

Terug naar de inhoudsopgave

Br-waarde

Maximum waarde van magnetische fluxdichtheid die een magneetmateriaal kan leveren.

De Br-waarde is een magnetische materiaaleigenschap van permanente magneetmaterialen, uitgedrukt in eenheid [T] (tesla). U kunt de Br-waarde afleiden uit de BH-curve, daar waar de lijn de y-as snijdt.

In praktische magneetsystemen zijn de fluxdichtheden veelal lager dan de maximum waarde die het materiaal kan leveren.

Zie ook Remanentie.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Eddy current

Inductiestroom, opgewekt door een wisselend magneetveld om een stroomgeleidend materiaal.

Andere termen voor eddy currents zijn wervelstromen, foucaultstromen of foucaultse stromen.

Eddy current stromen zijn elektrische stromen die bedoeld of onbedoeld geïnduceerd worden in een platte geleider. Het is een natuurkundig verschijnsel dat optreedt wanneer bijvoorbeeld in een metalen plaat zich een veranderlijk magnetisch veld bevindt. Dit kan een wisselend veld van een elektrische spoel zijn, maar ook een beweging waarbij de plaat de veldlijnen snijdt. Als een geleider magnetische veldlijnen snijdt, dan ontstaat een stroom in de geleider. Lees meer over eddy current-stromen op Wikipedia.

 

Goudsmit Magnetics eddy current scheiders maken gebruik van dit principe. Deze verwijderen non-ferro metaaldelen zoals koper en aluminium in een continu proces, met als doel het terugwinnen, recyclen of verwijderen van metalen.

 

Terug naar de inhoudsopgave

EddyFines non-ferro scheider met product verdeler | Goudsmit Magnetics

Magnetisme meten

Gauss- of teslameter.

De eenvoudigste manier om magnetisme vast te stellen is met een paperclip. Door deze aan een dun touwtje dicht boven het oppervlak te bewegen kunt u ontdekken waar deze magnetisch is. Als het product de paperclip aantrekt, en ook nog blijft plakken, dan is de magnetische fluxdichtheid minstens 20 gauss. Lager dan 20 gauss laat de paperclip los en boven de 40 gauss zit hij stevig vast.

 

IJzervijlsel wordt al vastgehouden vanaf 10 gauss. Dit is erg weinig, omdat het aardmagnetisme, afhankelijk van de plaats op aarde, ongeveer 0,5 gauss is.

 

Met een gauss- of teslameter, ook wel magneetveldmeter genoemd, meten we de exacte veldsterkte of richting van het veld. Bestel ze eenvoudig online.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetometer | Goudsmit Magnetics

Gevaar voor magnetisme

Sterke magneten kunnen letsel veroorzaken.

Neodymium-ijzer-borium of Nd-Fe-B magneten zijn bij Goudsmit ook bekend onder de merknaam Neoflux®. Deze magneten zijn zeer sterk. Neodymium magneten kleiner dan een cent kunnen 10 kilo tillen!

Deze magneten zijn gevaarlijk, want vingers en huid kunnen beklemd raken als ijzer of staal en magneet elkaar aantrekken.


Neodymium magneten zijn gemaakt met speciale poeders en coatings en zijn daardoor bros en breekbaar. Ze kunnen gemakkelijk breken bij temperaturen boven de 150 ºC of wanneer zij tegen elkaar klappen. Als zij breken, gebeurt dit zo plotseling en heftig dat rondvliegende deeltjes oog- of ander letsel kunnen veroorzaken. Bekijk onze veiligheidsfilm over magneten.

 

Neodymium magneten dient u altijd ver van elektrische apparaten, magnetische (bank)passen, oude (diepe) monitoren, pacemakers, horloges, en dergelijke te houden, omdat zij anders blijvende schade aan deze apparaten kunnen aanrichten.

 

Download hier onze veiligheidsrichtlijnen.

 

Terug naar de inhoudsopgave

 

Gevaar voor magneetveld | Goudsmit Magnetics

Ferrimagnetisme

Een bijzondere vorm van antiferromagnetisme.

Ferrimagnetisch materiaal heeft populaties van atomen met tegengestelde magnetische momenten (spins), zoals in anti-ferromagnetisme. Echter, in ferrimagnetische materialen is de sterkte van de elkaar tegenwerkende spins niet gelijk waardoor er een magnetisch moment overblijft.

 

Bekijk ook de uitleg onder antiferromagnetisme.

 

Ga naar de Wikipedia-pagina ferrimagnetisme voor meer informatie.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Ferromagnetisme

Het basismechanisme waardoor bepaalde materialen (zoals ijzer) worden aangetrokken door magneten of permanente magneten vormen.

Ferromagnetisme treedt op in materialen met ongepaarde spins. Door de wisselwerking tussen deze spins richten de atomaire magnetische momenten zich evenwijdig aan elkaar.

Hierdoor onstaan permanente magnetische velden rond een voorwerp dat uit een ferromagnetisch materiaal bestaat.

 

We gebruiken ferromagnetische materialen voor permanent magneten en voor kernen voor elektromagneten, bijvoorbeeld weekijzer.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Ferrometaal

IJzer, kobalt en nikkel behoren tot ferro-metalen.

Op grond van zijn magnetische eigenschappen wordt gadolinium soms ook tot de ferro-metalen gerekend. Alle overige metalen zijn non-ferro-metalen.

 

In de afvalverwerking is het onderscheid tussen de ferrometalen en de non-ferrometalen belangrijk. De economie van de verdere verwerking maakt een scheiding tussen de twee groepen al in een vroeg stadium van de recycling aantrekkelijk. Magneten realiseren deze scheiding relatief eenvoudig.
 

Bekijk hier ons assortiment magneetsystemen voor de recyclingindustrie.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Force index

Waarde voor het aantrekkend vermogen van een magneet op een ferromagnetisch voorwerp op een bepaalde afstand.

Voor het aantrekken is het ‘niet-homogeen zijn’ van een magnetisch veld maatgevend.

De force index wordt bepaald door de lokale fluxdichtheid in een bepaalde richting te vermenigvuldigen met de hoeveelheid verandering van fluxdichtheid per lengte-eenheid in die richting.

 

Ofwel: Force index = fluxdichtheid * (verandering van fluxdichtheid per afstand).

In formulevorm: FI = B (ΔB/Δx)

 

Deze film (Engelstalig) geeft u meer uitleg: Wat is belangrijk voor het aantrekken van een deel door een magneet?

 

Terug naar de inhoudsopgave

Gauss G

Eenheid van magnetische fluxdichtheid, afkomstig uit het cgs-eenhedenstelsel.

Gauss is een verouderde maar nog steeds gebruikelijke eenheid van magnetische fluxdichtheid. Vooral in de magneetindustrie. De officiële eenheid is tesla (T).

 

Eén gauss is gelijk aan één maxwell per vierkante centimeter.

G (gauss) = 10-4 tesla; 1 mT = 10 G

1 gauss is gelijk aan 0,0001 tesla in het SI-stelsel.

Gauss is genoemd naar de Duitse geodeet, wiskundige en fysicus Carl Friedrich Gauss.

 

 

Terug naar de inhoudsopgave

inspectie magneetmeting | Goudsmit Magnetics

Magneetveld

De toestand in en om een magneet.

Het magneetveld kan worden vergeleken met de aantrekkingskracht van de aarde. Het heeft echter wel een richting en een bepaalde waarde, een magnetische veldsterkte.

 

In de fysica en de elektriciteitsleer is een magnetisch veld een veld dat de ruimte doordringt en dat een magnetische kracht op bewegende elektrische ladingen en magnetische dipolen uitoefent. Magnetische velden omgeven elektrische stromen, magnetische dipolen en veranderende elektrische velden.

 

De grootte en richting worden uitgedrukt in een vector, de magnetische veldsterkte H. Een verwante grootheid is de magnetische fluxdichtheid B, ook magnetische inductie genoemd.

Met magne-viewer folie kunt u de veldlijnen in een magneet zien.


Terug naar de inhoudsopgave

Magne-viewer | Goudsmit Magnetics

Magnetische inductie, B

Fluxdichtheid B - Magnetische fluxdichtheid - B.

Meer informatie vindt u bij het begrip fluxdichtheid op deze pagina.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetische polarisatie, J (I)

Materiaalaandeel in de magnetische fluxdichtheid.

Magnetische inductie, in de eenheid tesla of gauss, kan bestaan in twee componenten:

  1. een deel veroorzaakt door gemagnetiseerd materiaal
  2. een deel afkomstig van een extern aangebracht veld.

Magnetische polarisatie, ook wel intensiteit van magnetisatie - I of J - is het deel veroorzaakt door het gemagnetiseerde materiaal.


Meer informatie vindt u bij de term gauss op deze pagina.

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetische veldsterkte, H

Vectorgrootheid die de sterkte van een magnetisch veld uitdrukt.

In het SI-stelsel wordt de magnetische veldsterkte uitgedrukt in ampère per meter ofwel A/m.

Een oudere eenheid in het cgm-stelsel is de Oersted (≈ 79,5775 A/m).

De magnetische veldsterkte krijgt meestal als symbool de en is de tegenhanger van de magnetische fluxdichtheid B. Ook magnetische inductie genoemd. Op Wikipedia leest u meer over de wetten van Maxwell.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Maximale energiedichtheid

BH max.

Grootst mogelijke product van B en H op de demagnetisatie- of hysteresecurve. In het algemeen geldt: hoe groter de BHmax van het magneetmateriaal is, des te kleiner het volume kan zijn.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Maximale gebruikstemperatuur

Tot deze temperatuur treden beperkte irreversibele verliezen van het magneetmateriaal op.

Indicatie van de maximale temperatuur.

Zie ook Werkpunt / werklijn.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Paramagnetisme

Een vorm van magnetisme waarbij een extern aangelegd magnetisch veld bepaalde materialen aantrekt.

De aangetrokken materialen vormen intern opgewekte magnetische velden in de richting van het aangelegde magnetische veld. In tegenstelling tot dit gedrag worden diamagnetische materialen afgestoten door magneetvelden en vormen zij geïnduceerde magnetische velden in de tegengestelde richting dan die van het aangelegde magnetische veld.

 

Paramagnetische stoffen hebben een relatieve permeabiliteit die iets groter is dan 1 en kunnen we daarom beschouwen als zwakke ferromagneten. De niet-ferromagnetische materialen laten zich onderverdelen in diamagnetische en paramagnetische materialen.

 

Paramagnetische materialen zijn de meeste chemische elementen en bepaalde verbindingen. Ze hebben een relatieve magnetische permeabiliteit groter dan of gelijk aan 1 en dus een positieve magnetische vatbaarheid. Daardoor trekken magnetische velden deze materialen aan. Het magnetisch moment dat wordt geïnduceerd door het aangelegde veld is lineair met de veldsterkte en nogal zwak.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Permeabiliteit

Het vermogen van materiaal om magnetisme te geleiden.

De magnetische permeabiliteit van vacuüm (μ0) is 1,256•10-6 T/(A/m) of 1 G/Oe.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Reversibel verlies

Tijdelijk verlies van magnetisme door bijvoorbeeld verandering van temperatuur.

Dit verlies is herstelbaar door afkoeling of opnieuw magnetiseren.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Specifieke force index

Een waarde van een ferromagnetisch object die bepalend is wanneer het object door een magneet wordt aangetrokken.

De specifieke force index is afhankelijk van de vorm van het object. Als deze lager is dan de force index die een magneet op een bepaalde afstand heeft, dan zal de magneet het object aantrekken.
Zo kunnen we voorspellen vanaf welke afstand een magneet objecten aantrekt, zodat we de juiste magneet voor de toepassing kunnen kiezen.

 

Magneten, zoals plaatmagneten en blokmagneten, hebben een diep werkend veld. Zij trekken ook op afstand ferromagnetische delen aan. Het vermogen om bepaalde objecten aan te trekken is afhankelijk van de magnetische geleidbaarheid van het object en de vorm. Niet van het gewicht. Een langwerpige vorm is het gemakkelijkst aan te trekken. Dit vermindert naarmate een object een kubusvorm heeft. Een kogelvorm is het moeilijkst te vangen.

 

Plaat- en blokmagneten zijn magneten die u eenvoudig kunt inbouwen in bestaande installaties.


Terug naar de inhoudsopgave

Temperatuurscoëfficiënt

Br en HcJ.

Br en HcJ geven in procenten de reversibele verandering van Br en/of HcJ aan bij verandering van temperatuur. De waarden zijn o.a. afhankelijk van het soort materiaal, de kwaliteit en temperatuur.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Veldlijnen

Denkbeeldige lijnen die de richting van het magnetisch veld op een bepaald punt aangeven.

Magnetische veldlijnen lopen buiten een magneet van noordpool naar zuidpool en binnen een magneet van zuidpool naar noordpool. Ze snijden elkaar nooit. De dichtheid van de magnetische veldlijnen geeft de sterkte van het magneetveld of fluxdichtheid weer.

 

In een homogeen magnetisch veld is de sterkte van het veld overal gelijk en heeft het overal dezelfde richting. Dit is bijvoorbeeld bij hoefmagneten. In een inhomogeen magnetisch veld is de magnetische kracht van een van de polen groter dan die van de ander, waardoor deeltjes afgebogen worden.

 

Magnetische veldlijnen worden zichtbaar door een blad papier op een magneet te leggen en daar wat fijn ijzervijlsel op te strooien. Het ijzervijlsel zal zich groeperen langs de veldlijnen waardoor ze te zien zijn. Een kompasnaald richt zich ook naar de veldlijnen, waardoor u ze ook op die manier kunt volgen.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Magnetisch veld N-S met veldlijnen | Goudsmit Magnetics

Vrije polen

De veldlijnen die de magneet verlaten gaan via de lucht terug naar de magneet.

De veldlijnen gaan bij vrije polen dus niet door magnetisch geleidend materiaal.

Terug naar de inhoudsopgave

Weiss gebied

De gebieden van Weiss zijn microscopisch kleine gemagnetiseerde domeinen in de kristallen van ferromagnetische materialen.

Ze werden ontdekt door de Franse fysicus Pierre-Ernest Weiss (1865–1940).

Wanneer u een extern magneetveld aanlegt, verschuiven de wanden van de domeinen. De domeinen die in de richting van het externe veld zijn gemagnetiseerd worden groter. Dit gaat ten koste van in andere richtingen gemagnetiseerde gebieden.

Wanneer u het externe veld opvoert, gaat dit proces door totdat alle domeinen in de richting van het externe veld zijn gemagnetiseerd. Het materiaal is dan magnetisch verzadigd.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Weiss-gebieden | Goudsmit Magnetics

Werkpunt/werklijn

Het werkpunt -Bm, Hm- van een magneet is het snijpunt van de werklijn met de hysteresecurve.

Dit bepaalt de sterkte en de weerstand van een magneet tegen demagnetiseren. Voor magneten met vrije polen en geen extern magnetisch veld, is de hoek die de werklijn maakt ten opzichte van de B-as afhankelijk van de verhouding tussen de lengte en diameter van de magneet.

 

Lees meer op deze pagina bij het begrip hysteresecurve.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Wervelstroom

Stromen die worden opgewekt door een wisselend magneetveld om een stroomgeleidend materiaal.

Zie eddy current op deze pagina voor meer informatie.

 

Terug naar de inhoudsopgave

Pauli-paramagnetisme

Magnetisische respons afkomstig van de wisselwerking tussen de elektronenspins en het magnetische veld.

Het Pauli paramagnetisme is genoemd naar de natuurkundige Wolfgang Pauli.

Lees meer over dit onderwerp op Wikipedia - paramagnetisme.

 

Terug naar de inhoudsopgave